Dat Appingedam een welvarende stad was, kun je goed zien aan de uitgebreide zilvercollectie van het museum. De stad had haar eigen zilversmeden, die verenigd waren in een gilde. Prachtige stukken uit het eigendom van dit gilde zijn bewaard gebleven en vormen nu de topstukken van de museumcollectie. In de collectie bevinden zich zowel Groninger als typisch Damster stukken, bijvoorbeeld brandewijnkommen, lepels, beursbeugels en andere sier- en gebruiksvoorwerpen. Topstukken zijn de struisvogeleibokaal en de zilveren gaai.
Struisvogeleibokaal
Deze bokaal is geschonken ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksjubileum van de Damster burgemeester Lambertus van der Tuuck en Aaltje Claesens in 1701. De familienaam ‘Tuuck’ of ‘Tuuk’ zou verwijzen naar een haan ‘tuuk-tuuk’, evenals de vogel bovenop de beker. Maar deze vogel lijkt meer op een roofvogel… Het geschenk is afkomstig van het bierbrouwersgilde, vandaar het biervaatje dat in de voet verwerkt is. Struisvogeleieren waren evenals kokosnoten en nautilus-schelpen zeldzame exotische objecten, waarvan een aantal verwerkingsvormen tot drinkbeker bekend zijn.
Het struisvogelei en een deel van het montuur zijn mogelijk zestiende eeuws, de rest is van latere datum. De bokaal is gemerkt met CB, wat eerder is toegeschreven aan Coop Broeils, maar waarschijnlijk is het werk van een latere zilversmid.
Jagen op een zilveren gaai
In de Middeleeuwen is de schutterij belast met de verdediging van de stad. Later worden haar taken meer representatief van aard. In fraaie kledij gestoken luisteren de schutters menig officiële plechtigheid op. Een jaarlijks hoogtepunt voor het gilde is het vogelschieten op Pinkstermaandag.
Degene die er drie keer achtereen in slaagt een houten papegaai van de top van een op het stadsplein opgerichte lange mast af te schieten wordt uitgeroepen tot schutterkoning of schuttenkoning; hij mag de zilveren gaai als een trofee en persoonlijk teken van waardigheid dragen.
De zilveren papegaai draagt om zijn hals een vergulde losse band waarop gegrift staat: STAT. VAN. DAM. Aan de uiteinden van de tak, waarop de vogel staat, staat het jaartal 1546.
De schutterspapegaai was ooit trots bezit van het Schuttersgilde St. Joris te Appingedam, dat in de achttiende eeuw ook Schuttencompagnie wordt genoemd. In de Franse tijd, rond 1795 wordt aan het bestaan van gilden een eind gemaakt. Daarmee verdwijnt ook het jaarlijkse vogelschieten.
Een familie in zilver
Appingedam heeft door de eeuwen heen grote perioden van bloei gekend, wat terug te zien in de grote aantallen zilversmeden die de stad heeft gekend. Een van die zilversmeden was Derk Hemmes (1835-1914), telg uit een Damster zilversmedenfamilie en maker van deze prachtige visschep met vogels en landschap met ajour-rand.
In 1857 koopt Hemmes’ moeder, de weduwe Eeuwke Derks Hemmes-Groenboom,een winkel/werkplaats annex woonhuis in Appingedam bij openbare verkoping voor Derk. Derk blijkt een bijzonder talent voor het goud- en zilversmeden te hebben en met een stad vol welgestelde kooplieden en in de omliggende streek Fivelingo de rijke landbouwers, maakt de toegewijde Hemmes al snel naam en bouwt hij een grote klantenkring op.
Deftige bestuurders
De bestuurders van het Smedengilde droegen als teken van hun waardigheid deze staf bij officiële gelegenheden. Om een houten kern zijn een negental zilveren banden geslagen, op het uiteinde gegraveerd met het wapen van Appingedam.
Het randschrift vermeldt: “Borgermesteren en secretaris der stadt Appingadam vooreeren dit an de smeeden Gilde den 25 Junië 1653”. Voorts ziet men het stadswapen van Appingedam, de haar jongen voedende pelikaan met daarboven gegraveerd: “lck vertere min lif en goedt bis / lck voede min jongen met min bloet.”
Op de zilveren stroken die gezamenlijk de staf vormen, komen tal van namen voor, waaronder Joncker Johan van Bronck Horst ont Batenborch 1617 (met wapen), Joannes Wickroede Redger Ten Dam ende Pharmsum ME Fieri Fecit, Ommo Clasen Ackema Borger Hopman en Boumeister der Stat Appingadam 1666.