Museum Stad Appingedam kent een aantal bijzondere schilderijen, waaronder een aantal werken van de Groninger Kunstkring De Ploeg en een prachtig werk van de kunstschilder Otto Eerelman.
Whippet
Vijfenzeventig jaar is Otto Eerelman als hij dit schilderij van een whippet op vensterbank met Fries paard op de achtergrond schildert. Eerelman heeft dan al naam gemaakt als schilder van paarden, honden, circussen en leden van het koninklijk huis.
Otto Eerelman (Groningen, 23 maart 1839 – aldaar, 3 oktober 1926) volgt lessen aan Kunstacademie Minerva in Groningen, perfectioneert daarna zijn stijl aan de Academie in Antwerpen en werkt korte tijd in het atelier van de Fries-Britse kunstenaar Lawrence Alma-Tadema. Daarna lukt het hem op eigen benen te staan, eerst als docent in Groningen, later in Den Haag en Arnhem.
De genreschilderijen zijn het kenmerk van Eerelman. Zijn werk wordt al vroeg door verzamelaars aangekocht en bij het grote publiek zijn Eerelman`s schilderijen populair. In 1907 keert hij terug naar Groningen en laat in datzelfde jaar aan de Hereweg een huis bouwen. Eerelman brengt het tot een van de lokale notabelen, wordt ereburger van de stad en krijgt op zijn tachtigste nog een grote kunstopdracht, zijn beroemde werk ‘De paardenkeuring op de Grote Markt’ uit 1920.
Arent Tonko Vos (1875-1954)
Als in 1937 de Commissaris van de Koningin de stad Appingedam bezoekt, ligt er een uitgebreid dagprogramma voor hem klaar. Hij bezoekt onder andere diverse grote bedrijven en cultuurinstellingen en overal wordt hij toegesproken door onder andere de president-commissaris, de rechtskundig adviseur en de voorzitter.
Wat de commissaris dan nog niet weet, is dat al deze functies vervuld worden door één en dezelfde persoon, te weten mr. Arent Tonko Vos (1875-1954). Overal waar de commissaris komt, staat Vos klaar om hem meer te vertellen over een bedrijf of instelling. “Is het dan overal en altijd weer alleen mr. Vos die Appingedam draagt en opheft?” schijnt de commissaris aan het eind van dag verzucht te hebben.
Bovenstaande anekdote illustreert de persoon Arent Tonko Vos en zijn grote betekenis voor de stad Appingedam. Naast zijn werk als advocaat, was hij ook de stimulator, vraagbaak en steun voor het culturele en economische leven in de stad. Ook Museum Stad Appingedam heeft zijn bestaan aan dit drukke baasje te danken. Op zijn initiatief is het museum namelijk op 30 juli 1942 opgericht om het eigen stedelijke cultuurgoed te beschermen tegen de mogelijke confiscatie door de Nazi’s.
Met een mooi plaatsje bij de balie, begroet mr. Vos nog elke dag de bezoekers van ‘zijn’ museum.
Hangende Keukens van Marten Klompien (1917-1996)
Marten Klompien was de jongste zoon van een binnenvaartschipper, die al in 1918 overleed. Na de lagere school moest Klompien daarom direct aan het werk. In 1934 ging hij winderavondlessen volgen aan de Kunstnijverheidsschool in Groningen. Klompien legde zich voornamelijk toe op scheepvaart- en landschapsonderwerpen. Hij begon als naturalist, maar evolueerde gaandeweg richting het expressionisme, veelal werkend in een sober palet van krachtige, aardse kleuren en in sobere vormen. In 1955 werd hij lid van het kunstenaarsgenootschap De Ploeg en in 1960 van de kuynstenaarsgroep Nu.
